La Douce France.
In de zomer het tweede thuisland.
Vlak voor de Belgische grens werd in de CD-map naarstig gezocht naar Une Belle Histoire
Om dit favoriete chanson door de auto te laten klinken bij de overgang van het Belgische naar het Franse landschap.
Want dat verschil zie je, voel je én hoor je dan.
Het werd een traditie, we verheugden ons het hele jaar op dat moment.
Voorpret
Weken voor vertrek werden de kampeerspullen versjouwd van zolder naar de woonkamer. We hadden geen checklist nodig, wisten precies wat we hadden en nog moesten aanschaffen. Ons gezin als geoliede kampeermachine. Een week voor de vakantie werd de bagagewagen bij de boer opgehaald. Daarop werd dan als eerste het fietsenrek voor de mountainbike van Tjebbe bevestigd. Want zonder fiets op pad naar Frankrijk was ondenkbaar.
En route
Via Rotterdam, Roosendaal en de Liefkenshoektunnel naar België. Koffie bij Kortrijk. De CD in de speler bij de grensovergang. De eerste tolpoort in de buurt van Lille. Via de Périphérique Interieur dwars door Parijs. Het record staat op 20 minuten. Koffie drinken in de buurt van Orléans. Dan volgde de uitgestrekte meestal dorre vlakte tot aan Chateauroux, dat vonden we ‘het saaie stuk’. Vanaf Limoges begonnen de harten sneller te kloppen. Heuvel op heuvel af in de Dordogne. En na de afslag onder Cahors betalen bij de laatste tolpoort en de weg vervolgen langs het allermooiste stuk van de dag. Nog 20 minuten naar ‘onze’ camping. Langs Castelnau-Montratier met het prachtige kerkje en dan over de bekende slingerweggetjes tussen de zonnebloemvelden door richting Vazerac. Niet over het bruggetje door het bos maar door het dorpje heen en de heuvel op zodat we gelijk goed stonden om de camping op te rijden. Over het grindpad langs de pigeonier het terras op lopen. Waar het onthaal net zo warm was als de temperatuur. Een kus, een glas, even bijkomen en daarna ons paleis opbouwen. Die avond standaard met een cola, rosé en biertje op het terras aan de vermaarde kip uit de oven met frites en salade.
God in Frankrijk
Het grote onthaasten kon beginnen. Drie weken leven als God in Frankrijk. Hangmatten in de schaduw, boek en zwembad, markt in Cahors, wandelen met de honden, shoppen in Toulouse, dag naar het meertje, barbeque-avonden met campingvrienden, kayaken op de Aveyron vanaf Saint-Antonin-Noble-Val, niets hoefde en alles kon. We hielden van vroeg opstaan. Ik kroop dan met boek en thee in de eerste zonnestralen en warmde al lezend op. Tjebbe stapte om 6.00 uur op zijn fiets en ging op pad over de glooiende paden van het mooie landschap in de Tarn-et-Garonne. Het zachte geruis van de bomen, het gekwetter van de vogels, de zon die in een uur tijd langzaamaan over de heuvels komt kijken en de wereld zo heerlijk verwarmt.
Een positieve bloem
Tjebbe had twee favoriete fietsroutes. De één leidde naar Lafrançaise en leverde vaak iets lekkers op voor bij de koffie, gekocht bij de patisserie op het grote plein bij de kerk. De ander ging dwars door het dorpje Vazerac, omhoog richting de watertoren waar het tijd was voor een drinkpauze terwijl hij van het uitzicht genoot en daarna weer op de pedalen, langs de geitenboerderij terug naar de camping.
Beide routes hadden één ding gemeen.
Er stonden velden vol met zonnebloemen langs. Volgens Tjebbe de meest positieve bloem op aarde.
Hij zei dan ‘ze staat altijd met haar gezicht naar de zon’.
Niet voor niets draagt zij de naam Tournesol.
Een eigenschap die het naleven waard is.
Je gezicht altijd naar de zon blijven richten – ook in lange bange dagen.

Met toestemming van Gerard Alderliefste voor het delen van dit mooie lied.